Of je amateur of professional bent, wees enthousiast met sporten maar overdrijf niet! Alles wat “te” is, is niet goed. Belangrijk is om de sportieve inspanningen en de rustperiodes die nodig zijn voor herstel goed op elkaar af te stemmen. De boog kan immers niet altijd gespannen zijn.
Of je “vooruit” gaat met sporten is niet alleen afhankelijk van de training maar minstens ook van de periode van de herstelfase die hierna volgt. Dat in die herstelfase rust en de juiste voeding thuishoren spreekt natuurlijk voor zich.
Supercompensatie
Het beste moment om na het herstel aan een volgende training te beginnen, is tijdens de “supercompensatiefase”.
Dit is de fase na het zogenaamde “overloadprincipe” van een training. De training is dan zo zwaar dat deze het evenwicht van de spiercellen als het ware verstoort. Je lichaam reageert hierop door een herstelproces in werking te zetten. Neem je daarvoor de tijd (en begin je dus niet te vroeg aan de nieuwe training), dan komt je lichaam in de supercompensatiefase. Het past zich dan aan aan de steeds zwaardere trainingsprikkels. Je gaat dan dus “vooruit”.
Zijn je trainingen en rust niet goed op elkaar afgestemd en je begint met trainen als de supercompensatiefase al voorbij is dan zal er geen vooruitgang worden geboekt. Je conditie blijft zoals deze was.
Als je te snel met trainen begint na de vorige training dan is je lichaam nog niet voldoende hersteld. Je prestaties zullen op termijn achteruit gaan en het risico van oververmoeidheid, en dus risico voor overtraining liggen dan op de loer. Dit gebeurt als je consequent de signalen van je lichaam negeert.
We kennen zowel sympathische overtraining als parasympatische overtraining.
Overtrained
Het sympathisch zenuwstelsel is het deel van het autonome zenuwstelsel dat de organen zodanig beïnvloedt dat het lichaam arbeid kan verrichten. Het bewuste gedeelte dus. Het parasympatisch zenuwstelsel is het deel van het autonome zenuwstelsel dat de organen zodanig beïnvloedt dat het lichaam in een toestand van rust en herstel kan komen. Het onbewuste dus, bijvoorbeeld aansturing organen en ademhaling, alle “automatische processen”.
Kenmerken van sympatische overtraining zijn bijvoorbeeld een verhoogde ochtendpols, hoge hartslag in rust, vermoeidheid tijdens trainingen en herstelfase, prikkelbaarheid, stijve spieren, minder eetlust, gewichtsverlies, rusteloosheid en een trager herstel na een training.
Als je merkt dat je op deze manier overtrained bent, neem dan voldoende rust zodat je volledig kunt herstellen. Afhankelijk van de ernst van de klachten kan dat een volledige periode van rust zijn zonder trainingen of trainingen met een lagere intensiteit.
Als je signalen van sympatische overtraining negeert gedurende langere tijd dan neemt het parasympatisch zenuwstelsel de boel over.
Deze bevordert namelijk rust en herstel. Je bent dan lusteloos en vermoeid. Parasympatische overtraining is moeilijk te herkennen. Deze gaat namelijk meestal samen met normale eetlust, voldoende nachtrust en een lage rustpols. Vaak wordt dan (onterecht) buiten het sporten gezocht naar een rede voor het gebrek aan focus en presteren. Deze vorm komt met name voor bij duursporten zoals hardlopen en wielrennen maar ook bij explosieve sporten zoals bodybuilding en vechtsport. Herstel kan duren van een aantal dagen tot zelfs weken of maanden afhankelijk van de ernst.
Beter is het dus om het niet zover te laten komen.
Voer je trainingen dus langzaam op volgens een goed schema met voldoende rust. Zorg daarbij voor een goed afgestemd voedingspatroon. Houd bij wanneer en hoe intensief je hebt getraind en hoeveel rust je daarna nodig hebt. Zorg ervoor dat stress door andere factoren dan sporten zoveel mogelijk worden beperkt, deze hebben namelijk ook een grote invloed op je herstel! Luister naar je lichaam en neem voldoende rust als je lichaam deze signalen geeft of train dan op een lagere intensiteit.
Veel sportplezier en een goede gezondheid!