Glucose (of druivensuiker) behoort tot de koolhydraten die samen met vetten en eiwitten in onze voeding voorkomen.
Wanneer we geen glucose met het eten binnekrijgen breken we andere koolhydraten af tot glucose in het spijsverteringssysteem. Consumptie van koolhydraten is belangrijk voor de handhaving van het glucosegehalte in het bloed want onze lichaamscellen gebruiken glucose naast vet om energie te produceren. Bij onvoldoende of lage inname van koolhydraten (wat handig kan zijn bij het afvallen) zal het lichaam zelf glucose maken uit onder andere vet via het gluconeogenese proces. Dit proces kost meer energie dan het primaire proces van glucoseverbranding. Gluconeogenese zie je vaak op het moment van gewichtsreductie. Overtollig vet wordt dan aangesproken om te worden verbrand waarbij we energie vrijmaken, dit gebeurt onder invloed van ons hormoon Cortisol dat via de bijnieren wordt aangemaakt. Mensen met een chronisch te zwaar belaste bijnieren hebben vaak een probleem met afvallen. Logisch geredeneerd klopt dit ook. De bijnieren maken te weinig cortisol aan door uitputting die meestal veroorzaakt is door langdurige stress. De bijnieren produceren dan gedurende te lange tijd teveel cortisol en adrenaline waardoor ze uitgeput kunnen raken indien er te weinig rust wordt gehouden en er een tekort is aan bepaalde voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen, goede vetten en eiwitten.
Een te laag glucosegehalte in het bloed is vooral nadelig voor de functie van de hersenen die grotendeels op glucose zijn aangewezen voor het energieverbruik. Een te hoog gehalte is echter nadelig want onze organen worden beschadigd als we teveel glucose in het bloed hebben. Dit gebeurt bij diabetes.
Het lichaam probeert steeds de glucosespiegel in het bloed binnen bepaalde grenzen te handhaven met behulp van glucosespiegel verhogende hormonen (glucagon) en de glucosespiegel verlagende insuline. Wanneer dit niet optimaal werkt, bijvoorbeeld als de cellen ongevoelig worden voor insuline, kan de glucoseregulatie verstoord raken en uiteindelijk kan diabetes ontstaan.
Sommige koolhydraten worden snel afgebroken in ons lichaam tot glucose. Ze worden ‘snelle’ koolhydraten genoemd. Suikers in snoep en zetmeel in witbrood zijn snelle koolhydraten. Andere koolhydraten worden langzaam afgebroken tot glucose. Het lichaam heeft dan een vrij stabiel glucoseniveau in het bloed en dat is beter voor onze glucoseregulatie.